Een succesvol romanschrijver, die weduwnaar geworden is, staat zijn mannetje wat zijn vak betreft. Maar als het op het kiezen van een nieuwe levenspartner aankomt, laat hij op een ongeloofwaardige manier met zich sollen.
De lobbes dreigt ingepalmd te worden door een "kouwe-kak-familie", die in een huwelijk met de welgestelde schrijver een schone kans ziet om de familiestatus op te poetsen.
Dat lukt natuurlijk uiteindelijk niet en dat heeft hij dan vooral te danken aan een tegenactie van een stel lieve mensen, zowel van eigen als van vreemde bloede.
Die halen hem uit de puree. Met als grootste raddraaier dat lieve zoontje Kees, een rokkenjager eerste klas. En zijn lieftallige oma, die alles in de gaten heeft als had zij een radar-oog. Als het doek valt, kan oma weer rustig slapen gaan...