Al 25 jaar is Evertjan Rauw verloofd met zijn Margje. Maar zijn zuster Hillegien, met wie hij samen op het van hun ouders geërfde boerderijtje woont, wil van een huwelijk niks weten. Maar haar starre houding verandert als op een bitterkoude januari-avond hun boerderijtje bezocht wordt door een zwerver.
Er is iets geheimzinnigs met die zwerver aan de hand, maar dat is voorlopig nog een geheim tussen Hillegien en haar broer. Na enige tijd begint er iets op te bloeien tussen Hillegien en de zwerver, die Barend Wezel heet. Evertjan merkt tot zijn verbazing dat Hillegien een warmbloedige vrouw is, die niets te dol vindt om de liefde van Barend te winnen. Dit tot groot genoegen van Gerrit en Bintje, de broer en schoonzus van Margje. Als Hillegien trouwt, zal ook de verzuurde Margje wel gauw in het huwelijksbootje stappen. En weer zal het Lieve-vrouwenbedstro boven het slaapkamerraam van een “jonge” bruid worden gehangen. Dan breekt de trouwdag aan, een dag die stralend begint en die...